
Jurisprudentie
BH2352
Datum uitspraak2008-12-10
Datum gepubliceerd2009-02-09
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers403769
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-02-09
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers403769
Statusgepubliceerd
Indicatie
Incident. Zekerheid stellen voor proceskosten. Artikel 224 Rv. Begroting proceskosten. Geen verhoging voor eventuele vertragingsrente. Aan bankgarantie te stellen eisen.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 403769 / HA ZA 08-2079
Vonnis in incident van 10 december 2008
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van de British Virgin Islands
INTERNATIONAL STRATEGIES GROUP LTD,
gevestigd op de British Virgin Islands,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. C. de Bres,
tegen
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. J.W. van Rijswijk.
Partijen zullen hierna ISG en ABN genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de akte overlegging producties met bewijsstukken,
- incidentele conclusie houdende vordering tot het stellen van zekerheid voor proceskosten,
- de incidentele conclusie van antwoord met één bewijsstuk.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De stellingen in het incident
2.1. ABN vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad dat ISG zal worden veroordeeld om binnen een redelijke termijn na het wijzen van dit vonnis, ten gunste van ABN zekerheid te stellen voor de proceskosten van ABN voor een bedrag van EUR 36.894,00, te vermeerderen met EUR 10.000,00 voor het geval de zekerheid door ABN pas kan worden ingeroepen als sprake is van een voor ABN gunstig onherroepelijk vonnis althans een bedrag dat de rechtbank juist mocht achten, in de vorm van een bankgarantie af te geven door een te goeder naam en faam bekend staande Nederlandse, onder toezicht van De Nederlandse Bank N.V. staande, kredietinstelling, betaalbaar op eerste afroep, onder de voorwaarden dat:
- op de garantie Nederlands recht van toepassing zal zijn;
- de garantie een forumkeuze zal bevatten inhoudende dat geschillen over de garantie voor de (voorzieningenrechter van de) rechtbank te Amsterdam zullen worden gebracht; en
- de tekst van de garantie voorafgaand aan het stellen daarvan door de advocaat van ABN moet worden goedgekeurd,
met veroordeling van ISG in de kosten van het incident, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de dag van de uitspraak van dit von¬nis.
2.2. ISG refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voorzover het de verplichting tot het stellen van zekerheid ten gunste van ABN betreft maar verweert zich ten aanzien van de hoogte van de door ABN gevorderde zekerheidsstelling en de voorwaarden aan de bankgarantie. ISG verzoekt de rechtbank, indien zij wordt veroordeeld tot het stellen van zekerheid, het bedrag te bepalen op EUR 20.000,00. Voorts verzoekt ISG ABN te veroordelen in de kosten van dit incident aangezien het onnodig is opgeworpen.
3. De beoordeling
3.1. ISG heeft erkend dat zij geen woon- of gewone verblijfplaats in Nederland heeft als bedoeld in artikel 224 eerste lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daaruit volgt in beginsel dat zij, op vordering van ABN, gehouden is zekerheid te stellen voor de proceskosten tot betaling waarvan zij veroordeeld zou kunnen worden. Dat zij gehouden is tot het stellen van zekerheid wordt ook niet door ISG betwist. ISG heeft evenmin feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan één van de uitzonderingen als bedoeld in artikel 224 tweede lid Rv zich voordoet. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering van ABN tot het stellen van zekerheid ook toewijzen.
3.2. ABN begroot de proceskosten in deze zaak, gelet op de hoogte van de vordering in de hoofdzaak, op EUR 36.894,00, daarbij uitgaande van EUR 4.784,00 aan griffierecht en een liquidatietarief volgens tariefgroep VIII (EUR 3.211,00), waarbij zij het aantal punten op 10 stelt. Het berekende vastrecht en het gehanteerde liquidatietarief zijn juist, maar de rechtbank zal uitgaan van vijf te liquideren punten, rekening houdend met de mogelijkheid dat na een eventuele comparitie dan wel verwijzing van de zaak voor re- en dupliek de zaak nog niet definitief zal kunnen worden afgedaan.
3.3. ABN heeft voorts gevorderd het bedrag van de bankgarantie met EUR 10.000,00 te verhogen voor het geval de zekerheid pas kan worden ingeroepen als sprake is van een voor ABN gunstig onherroepelijk tussenvonnis en ISG vertragingsrente is verschuldigd. De rechtbank ziet hiertoe geen aanleiding. Allereerst bestaat thans nog geen enkele aanwijzing dat ISG niet tijdig zal voldoen aan een proceskostenveroordeling. Voorts gaat de rechtbank er thans van uit dat de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard. Dit betekent dat de proceskosten zijn verschuldigd niettegenstaande daartegen aan te wenden rechtsmiddelen zodat ABN direct deze kosten na een voor haar gunstig vonnis kan claimen. Zoals ISG terecht opmerkt, kan ABN alsdan de bankgarantie inroepen en heeft zij het in de hand wanneer de proceskosten zullen worden voldaan.
3.4. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het bedrag waarvoor zekerheid gesteld dient te worden begroten op afgerond EUR 20.839,00.
3.5. ABN heeft voorts gevorderd dat de zekerheid wordt gesteld in de vorm van een bankgarantie die aan bepaalde voorwaarden dient te voldoen. ISG kan instemmen met de voorwaarde dat Nederlands recht op de garantie van toepassing dient te zijn, maar maakt bezwaar tegen een exclusieve bevoegdheid van de rechtbank te Amsterdam en een voorafgaande goedkeuring door de advocaat van ABN. De rechtbank is van oordeel dat een bankgarantie van een Nederlandse bank overeenkomstig het Rotterdams garantieformulier dan wel het model van de Nederlandse Vereniging van Banken voor de vorm en inhoud voldoende is.
3.6. De rechtbank zal de beslissing over de proceskosten die verband houden met dit incident aanhouden, gelet op de thans nog onweersproken stelling van ISG dat zij voorafgaand aan deze procedure heeft aangeboden vrijwillig een bankgarantie overeenstemmende met de thans toegewezen zekerheidsstelling te stellen. ISG is op grond van het vorenstaande van oordeel dat ABN in de aldus onnodig gemaakte proceskosten dient te worden veroordeeld. ABN zal zich in de conclusie van antwoord over deze stelling kunnen uitlaten.
4. De beslissing
De rechtbank
in het incident
4.1. beveelt ISG binnen vier weken na de datum van dit vonnis zekerheid te stellen voor de betaling van de proceskosten waartoe zij veroordeeld zou kunnen worden door middel van het stellen van een bankgarantie ten behoeve van ABN ten bedrage van EUR 20.839,00, van een Nederlandse bank overeenkomstig het Rotterdams garantieformulier dan wel het model van de Nederlandse Vereniging van Banken, met dien verstande dat de garantie getrokken kan worden door overlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, waarbij ten laste van ISG een proceskostenveroordeling is uitgesproken;
4.2. houdt de beslissing omtrent de proceskosten die met dit incident verband houden aan;
4.3. wijst het meer of anders gevorderde af,
in de hoofdzaak
4.4. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 21 januari 2009 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Overbosch en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2008.?